Kryon: Meditatie met Natuurwezens

Kryon: Meditatie
met Natuurwezens

Gechanneld door: Barbara Bessen

20 april 2012
Vertaald uit het Duits door Henk Steur

 

Ik wil jullie nu voor een kleine meditatie-oefening uitnodigen: 

Sluit jullie ogen en adem een paar keer diep door.Vraag dan met zuivere intentie de jou begeleidende fee om zich aan jou te laten zien. Laat toe dat er door je gevoel een beeld voor jouw innerlijk oog ontstaat.

Neem de tijd. Je zult iets waarnemen, ik steun jou. Misschien schuurt er iets heel zachtjes langs je gezicht, bijna transparant beweegt zij voor jou. Kijk naar dit wezen en luister naar wat zij jou toefluistert. Geniet van deze ontmoeting. Naderhand zul jij je zeker lichter voelen.

Waarom zou je nu met al deze wezens contact opnemen? Ik spreek nu in het algemeen over alle natuurwezens die alles in de natuur verzorgen. Een paar van hen heb ik jullie onsystematisch beschreven. Zij dienen jullie graag, dat is de ene grond. De andere is dat zij mogelijk ook jullie hulp nodig hebben.

Nu zijn jullie misschien verbaasd. Veel van deze wezens van de tweede dimensie verheugen zich over de ondersteuning voor bos en weide en hun planten.

Er zijn mensen die homeopathische middeltjes in meren druppelen en feeën op de geestelijke niveaus helpen om planten en vijvers te reinigen. Soms betreft het een aards middel dat de mensen, door elfen geïnspireerd, in bossen, akkers of aan planten geven.

Een goed middel vormen de effectieve micro-organismen waar ik al vaker over sprak. Zij helpen de aardbodem om zich van giffen te bevrijden en zij zorgen voor de regeneratie daarvan.

Deze micro-organismen die ook in Tsjernobyl hun dienstverlening uitvoerden zijn een goed voorbeeld van reinigingsarbeid. Soms krijgen mensen taken van elfen, feeën of aardwezens om ergens planten te verplaatsen of stenen van de ene plaats naar de andere te brengen. Opdrachten hiertoe komen vaak voor.

Voelen jullie je geroepen om te helpen dan zullen jullie je opdrachten herkennen als jullie jezelf binnengaan.

Hartelijke groeten,

Barbara Bessen